8. Vennen 82
8. Duitse Laarzen
Vennen 82
Op 30 juli 1943 wordt door het verzet in Brabant een Duitse munitietrein op het spoor langs de Vijfeikenweg tussen Oosterhout en Rijen opgeblazen. Vanaf die datum gaan de Duitsers ertoe over om munitie voortaan ook bij burgers onder te brengen. Eén van de adressen waar dat in Dongen is gebeurd, is: Vennen 25 (nu 82) bij de familie Haagh.
In de vooravond van 23 oktober 1944 komt de hele voorraad munitie tot ontploffing. Er vallen doden, zowel onder de Duitse soldaten als onder directe omwonenden. Tot in de vroege ochtend volgt de ene na de andere heftige explosie. Wat resteert is een smeulende puinhoop.
Twee maanden na de ontploffing, hartje winter, wordt Dongenaar Bernard Leemans door de gemeente bij verwoeste boerderij aan het werk gezet. Bernard, die werkzaam is in de bouw, heeft vanwege het gebrek aan bouwmaterialen -en dus geen bouwopdrachten- zijn werk verloren. Binnen de zogeheten werkverschaffing is hij verplicht om mee te helpen de puinresten op te ruimen en af te voeren.
Zijn werkploeg stuit tussen het puin op twee Duitse militaire laarzen. Er blijkt dus nog het lichaam van een soldaat te liggen. Eén van de ruimers vraagt of hij misschien de laarzen mag hebben, want zijn schoeisel is totaal versleten. Politieagent Brokx, die erbij geroepen is, zegt dat dat uit den boze is. Het wegnemen van de laarzen komt in zijn ogen neer op het beroven van een dode. En dat staat bij wet gelijk aan lijkenpikkerij en is uiterst strafbaar.