37. Vaartweg 168, Dongen Vaart
Duitse kogelinslagen in de boerderij van Toon Siemons
In deze boerderij woont Toon Siemons. Toon is naast boer ook handelaar. Zelf hoort hij niet bij de ondergrondse, maar hij stelt zijn huis wel beschikbaar. Op de zolder staat in de maand september van 1944 een zender van de verzetsgroep André. Die illegale zender wordt vaak door twee mannen bediend.
In die maand vliegt er geregeld een armada van vliegtuigen richting Oost-Brabant en Gelderland om parachutisten te droppen.
Op zondag 17 september raakt een zweefvliegtuig los en komt neer op de grens van Dongen Vaart en de Moer. Aan boord van het zweefvliegtuig zijn 28 soldaten en een jeep. Daarmee wordt in de Baan contact gelegd met de bewoonde wereld, echter de boeren daar kunnen van het gebrabbel geen woord verstaan en dus wordt pastoor Oomen uit de Vaart erbij gehaald. Hij zit in het verzet en zorgt ervoor dat de bemanning de nacht door kon brengen in de boerderij van Toon Siemons. Terwijl ze later die avond in de schuur in het hooi liggen, melden zich twee jonge Duitse soldaten aan de deur bij Toon met de vraag of ze in de schuur mogen kijken omdat ze het vermoeden hebben dat de bemanning van het zweefvliegtuig daar is ondergebracht. Daar heeft Toon niks op tegen maar hij wist hen wel van te overtuigen dat een geweer en hooi niet samengaan en dus laten zij het geweer netjes achter. Of de twee de schuur hebben gehaald is niet duidelijk. Wellicht worden ze al eerder door de twee radiotelegrafisten, die alles hadden gehoord, overmand en geëxecuteerd. Vervolgens worden ze gedumpt in de gierput. Later die nacht bedenken ze zich en vrezen dat er controle zal komen van het Duitse hoofdkwartier omdat de twee soldaten niet waren teruggekeerd. De lijken waren uit de gierput gehaald en bij een boer, nabij de Moerse Dreef, op het land gedumpt in een voor waar die boer die dag nog had geploegd. Toon moet toen die nacht nog wel die boer wakker hebben gemaakt en hem hebben gezegd om de volgende ochtend vroeg verder te gaan met zijn ploegwerkzaamheden en te doen als of hij niets heeft gezien.
Als een maand later de Duitsers de benen moeten nemen vanwege de oprukkende geallieerde troepen, brengt een Duits gezelschap nog wel een bezoek aan de boerderij. Voor hen is duidelijk dat de twee jonge soldaten hier hun leven moeten hebben gelaten. Er volgt een afrekening door een salvo kogels die wordt afgevuurd op de voordeur. Terwijl de hele familie zich schuil houdt in de kelder, slaan enkele kogels binnen in en diverse kogels slaan gaten in de muur. Eén kogel zit er nog steeds.