20. Kardinaal van Rossumstraat 30
Theo Swartjes man van verzet
Kardinaal van Rossumstraat 30
Theo Swartjes is opperwachtmeester van de marechaussee als hij begin maart 1943 door op Duitse Staatspolizei in Dongen als groepscommandant wordt aangesteld. Met zijn gezin – vrouw en twee jonge dochters- komt hij in het pand Kardinaal van Rossumstraat 30 te wonen. Daar is het Dongens politiebureau gevestigd, een dienstwoning met kantoor aan huis. Ook andere Dongense politieagenten of collega marechaussees houden er kantoor. De politiecellen en een bijkantoor zijn gehuisvest in de gemeentelijke klokkentoren bij de Protestantse Kerk in de Kerkstraat.
Vanaf dag één zijn Theo Swartjes en zijn vrouw betrokken bij het verzet in Dongen. Daar is tussen hen geen onduidelijkheid over. Maar ongevaarlijk is het niet, want ook binnen de Dongense politie zijn er aanhangers van de Nationaal-Socialistische Beweging, de NSB.
De Duitse bezetter houden Swartjes verantwoordelijk voor het handhaven van orde en gezag binnen het grondgebied van Dongen. Maar dat niet alleen. Hij wordt ook verplicht dienst te verlenen aan allerlei provinciale en landelijke Duitse overheidsinstanties, zoals bij voorbeeld de Germaanse SS, die het opsporen en arresteren van onderduikers tot taak heeft. De SS’ers kennen in Dongen heg nog steg, dus waarschuwen ze Swartjes tijdig dat zij assistentie nodig hebben. Het geeft de commandant de mogelijkheid via zijn meest betrouwbare medewerkers de gezochten op tijd te waarschuwen, dat zij moeten onderduiken. Hij heeft zo menig hachje gered. Naar het schijnt, gaat het ‘t getal van driehonderd ruim te boven.
Onder zijn verantwoordelijkheid is ook de inlevering van radio’s getraineerd. Bekend is dat hij in huis, dus feitelijk ook het politiebureau, wapens heeft verborgen, die elders in het land door de ondergrondse bij overvallen en liquidaties zijn gebruikt. Een durfal, met een groot en moedig hart.