18. Kardinaal van Rossumstraat 51

Tomasz Spałek en zijn Dongense Liefde

Kardinaal van Rossumstraat 51 

Op 28 September 1939 capituleert Polen. Tomasz Spałek, geboren op 3 september 1914 in Haraschowska (Silezië), is dan werkzaam bij de Poolse PTT op de afdeling telegraaf en telex. Op die dag komt hij voor de keus te staan in dienst te treden van de Deutsche Dienst Post Osten of te vluchten. Tomasz kiest samen met een groep vrienden voor het laatste.

Via grote omwegen – Hongarije, Italië, Frankrijk- belandt de groep uiteindelijk in Schotland. Men sluit zich aan bij de 1e Poolse Pantserdivisie, die onder leiding staat van Generaal Maczek. Sergeant Spałek is met zijn onderdeel betrokken bij de bevrijding van Baarle-Nassau, Alphen, Riel, Breda, Steenbergen, Halsteren, Terheijden, Made, Zevenbergen Moerdijk, Hooge en Lage Zwaluwe. De rivier de Bergsche Maas vormt op 9 november 1944 voorlopig de scheidslijn tussen bevrijd en bezet gebied. 

De geallieerde militairen worden zoveel mogelijk ondergebracht bij gezinnen in Midden- en West-Brabant. Op 22 december 1944 meldt Tomasz Spałek zich bij het gezin van architect Pieter Cornelis Schellekens, Kardinaal van Rossumstraat 51 in Dongen. Hij wordt er hartelijk ontvangen. Naast vader en moeder bestaat het gezin nog uit vier volwassen kinderen, drie dochters en een zoon. De oudste zoon Kees is al het huis uit, getrouwd en woont verderop in de straat. Het is nog allerminst rustig in Dongen. Het luchtalarm gaat herhaaldelijk af, soms vanwege granaatinslagen, maar vaak ook vanwege overvliegende V1 en V2. En dan moet Tomasz zich terstond melden. 

Maar er zijn ook rustige dagen, waarop hij gezellig bij de familie kon blijven. En hij kwam nooit met lege handen ‘thuis’. Er groeit een goede band met de kinderen Schellekens. Met Kerst 1944 nodigen ze hem uit om met hen bij vrienden Oud en Nieuw te vieren. ’s Nachts komen ze pas weer om half drie thuis. Het moet bijna wel dat Tomasz en dochter Anna, die avond verliefd op elkaar geworden zijn.

Als Tomasz uiteindelijk op 7 september 1946 definitief gedemobiliseerd wordt, heeft hij maar één reisdoel: Dongen. De familie Schellekens heeft dan ondertussen zijn verblijfsvergunning voor Nederland geregeld. Kort daarna zijn ze getrouwd. 

En Tomasz was niet de enige Poolse bevrijder, die aan een Dongense vrouw is blijven hangen. Het blijken er in totaal veertien geweest te zijn. 

Vergelijkbare berichten